daling aantal pensioenfondsen

Zo kopte onlangs het Financiële  Dagblad. Daarnaast is het een trend dat werkgevers afscheid nemen van het eigen ondernemingspensioenfonds.  Wat betekent die ontwikkeling, wat zijn de de rechten van de OR?

Daling aantal pensioenfondsen

In de afgelopen 20 jaar is het aantal pensioenfondsen in Nederland sterk gedaald van 1.122 fondsen in 1992 naar 279 in 2014. Op dit moment zijn ruim 60 fondsen bezig om hun activiteiten elders onder te brengen.

Ontwikkelingen

De komende jaren zal de trend zich voortzetten dat de pensioenregeling niet langer door het eigen ondernemingspensioenfonds wordt uitgevoerd. Onder andere om de volgende redenen:

• De (te beperkte) omvang van fondsen in combinatie met steeds zwaardere wet- en regelgeving zet de continuïteit onder druk;
• Werkgevers stappen over van een defined benefit (DB) naar een defined contribution (DC) pensioenregeling;
• Er zijn meerdere alternatieven voor de uitvoering van de pensioenregeling. Naast verzekeraars en premie pensioeninstellingen (PPI) dienen zich  nu ook “de België route” en het Algemeen Pensioenfonds (APF) aan.

Als het ondertussen al niet is gebeurd …in veel gevallen zal de werkgever het voorgenomen vertrek uit het ondernemingspensioenfonds op het bordje van de OR leggen.

OR en ondernemingspensioenfonds

Als werkgever van plan is om het ondernemingspensioenfonds te verlaten dan heeft de OR namelijk een “dubbel” instemmingsrecht:

• Het intrekken van de pensioenregeling bij het ondernemingspensioenfonds valt onder het instemmingsrecht van de OR (art. 27 lid 7 onderdeel a WOR);
• Eveneens is er instemmingsrecht m.b.t. het vaststellen van een pensioenverzekering bij een verzekeraar (art. 27 lid 1 onderdeel a WOR) dan wel het onderbrengen van de pensioenregeling bij een PPI (art. 34 lid 4 Pensioenwet).

De overstap naar een andere pensioenuitvoerder betekent (bijna) altijd dat de pensioenregeling wijzigt. Die wijziging kan klein maar ook (heel) groot zijn.

Tip

Controleer of de nieuwe pensioenregeling wel gelijkwaardig is t.o.v. de bestaande regeling. Zorg voor controleberekeningen die de oude en nieuwe regeling over een reeks van jaren vergelijken.

De  impact op het ondernemingspensioenfonds

Van groot belang is ook hoe het ondernemingspensioenfonds wordt achtergelaten.

Een optie is dat het fonds wordt geliquideerd. Het opgebouwde pensioen wordt dan overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Dan spelen vragen een rol als: is er wel voldoende in kas, hoe wordt de toeslag (indexatie) geregeld?

Een andere optie is dat het fonds achterblijft als een “slapend fonds”. Dat heeft impact op de wijze waarop belegd wordt met als gevolg dat  de kans op toeslagverlening vermindert/verdwijnt. Een belangrijke vraag is dus: wat is de omvang van die “schade”?

Ten slotte. In alle gevallen is het contract (de “uitvoeringsovereenkomst”) tussen de werkgever en het ondernemingspensioenfonds” van belang.  Belangrijke vragen zijn: heeft werkgever een bijbetalingsverplichting, wanneer loopt het contract af, wat is er afgesproken over een mogelijk vertrek bij het fonds?

Slottip

Vraag de uitvoeringsovereenkomst op en toets deze op de hiervoor gestelde vragen. Hulp nodig? Doe gerust een beroep op onze kennis en kunde en neem vrijblijvend contact op.