We kijken altijd verder Wij maken complexe zaken begrijpelijk

Nieuwsgierig of vragen?

Bent u nieuwsgierig naar onze diensten of heeft u vragen?

ODV in eigen beheer: mogelijkheden voor een lijfrente

15 juli 2020

Wat betreft de ODV in eigen beheer, deze blijft vragen oproepen. Onlangs zijn over de ODV weer een tweetal Vraag&Antwoorden  verschenen van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst. Deze keer over de ODV en de mogelijkheden voor een lijfrente. Hieronder een korte samenvatting.

V&A 17-008

Dit Vraag&Antwoord is opnieuw gepubliceerd en gaat in op de vraag wat de uiterste datum is waarop een in eigen beheer gehouden ODV nog mag worden afgestort in een lijfrente.

Onder voorwaarden is goedgekeurd dat een ODV ook kan worden afgestort in een lijfrente als de uitkeringen van de ODV al zijn ingegaan.

  1. De volledige waarde van de ODV moet worden afgestort;
  2. Vooraf een verzoek om goedkeuring indienen bij de inspecteur.

Verder moet worden voldaan aan de artikelen 3.125 en 3.126a van de Wet IB 2001. Derhalve was de uiterste afstortingsdatum van de ODV vastgesteld op 5 jaar na de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit omdat een oudedagslijfrente uiterlijk op dat moment moet ingaan.

Waaraan voorbij was gegaan, was de situatie dat een ODV ook aangewend kan worden voor het verkrijgen van een nabestaandenlijfrente. In de herziene versie van het Vraag&Antwoord is nu opgenomen dat na de uiterste datum van ingang van een oudedagslijfrente de ODV nog wel kan worden afgestort, maar dan alleen ter verkrijging van een nabestaandenlijfrente.

V&A 20-008

Dit Vraag&Antwoord behandelt de vraag of bij overlijden de erfgenaam de ODV kan aanwenden voor een tijdelijke nabestaandenlijfrente die uitkeert aan de erfgenaam zelf.

Het antwoord is nee. De ODV kan aangewend worden voor de “aankoop” van een tijdelijke nabestaandenlijfrente, maar dan moet deze zijn afgesloten door de belastingplichtige (ODV-gerechtigde). De erfgenaam kan deze na het overlijden van de belastingplichtige (ODV-gerechtigde) niet afsluiten voor zichzelf. Deze voldoet niet aan de voorwaarden van de artikelen 3.125 of 3.126a van de Wet IB 2001. De erfgenaam kan wel een lijfrente afsluiten die wel voldoet aan de voorwaarden genoemd in deze artikelen.